ancsosa

Voorouders van Aeltien Jansz van Twiller /1627

Tot de n-e generatie.

Generatie 1

1 . Aeltien Jansz van Twiller, geboren voor 19 april 1627, Nijkerk, gedoopt op 19 april 1627, Nijkerk, gestorven. [Aantekening 1]


Generatie 2

2 . Jan Goerts van Twiller. [Aantekening 2]

... gehuwd met ...

3 . Rijckelandt Roelofs, geboren in oktober 1598, Nijkerk, gedoopt op 22 oktober 1598, Nijkerk, gestorven op 28 februari 1671 (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud). [Bron 3]

... hieruit :

  1. Goert Jans van Twiller
  2. Seger van Twiller
  3. Seger van Twiller
  4. Aetlgen van Twiller
  5. Aeltien Jansz van Twiller, {1}
  6. Ryckelantgen Jans van Twiller
  7. Mette jans van Twiller

Generatie 3

4 . Gort Aelts van Twiller, geboren voor 1561, Nijkerk, gestorven voor maart 1601. [Aantekening 4]

... gehuwd circa 1590 met ...

5 . Reinike Ardts van Slichtenhorst, gestorven na maart 1610. [Aantekening 5]

... hieruit :

  1. Art van Twiller
  2. Goosen Gortz van Twiller [Bron 5b]
    ... gehuwd op 28 februari 1619, Nijkerk, met ...
    ... Enneken Gerritsdr Collert, gestorven op 20 juni 1646, Nijkerk [Bron 5bx1]
    ... dochter van Gerrit Wouters Collert en Gerritgen Aris
  3. Marge van Twiller
  4. Aeltgen Goritz van Twiller
    ... gehuwd in 1622, Nijkerk, met ...
    ... Simon Jans
  5. Jan Goerts van Twiller
    ... gehuwd met ...
    ... Rijckelandt Roelofs, geboren in oktober 1598, Nijkerk, gedoopt op 22 oktober 1598, Nijkerk, gestorven op 28 februari 1671 (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud) [Bron 5ex1]
    ... dochter van Roelof Gerritsen en Aeltgen Goerds
  6. Zeger Goertsen van Twiller
  7. Gerbrich Goertzen van Twiller
    ... gehuwd op 22 december 1611, Nijkerk, met ...
    ... Peel Meintzen, gestorven [Bron 5gx1]
    ... gehuwd op 23 januari 1634, Nijkerk, met ...
    ... Thomans Willems van Vreenenge

6 . Roelof Gerritsen.

... gehuwd met ...

7 . Aeltgen Goerds.

... hieruit :

  1. Gerrit Roelofs
  2. Goert Roelofs
  3. Rijckelandt Roelofs, geboren in oktober 1598, Nijkerk, gedoopt op 22 oktober 1598, Nijkerk, gestorven op 28 februari 1671 (leeftijd bij overlijden: 72 jaar oud) [Bron 7c]
    ... gehuwd met ...
    ... Jan Goerts van Twiller [Aantekening 7cx1]
    ... zoon van Gort Aelts van Twiller /1561-/1601 en Reinike Ardts van Slichtenhorst †1610/
  4. Mette Roelofs

Generatie 4

8 . Aelt Seghers van Twiller, geboren circa 1530, Nijkerk, gestorven circa mei 1561, Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet" ( Long Oedeem), begraven (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 31 jaar oud). [Aantekening 8]

... gehuwd met ...

9 . Truide Goosens van Westenappel.

... hieruit :

  1. Gort Aelts van Twiller, geboren voor 1561, Nijkerk, gestorven voor maart 1601 [Aantekening 9a]
    ... gehuwd circa 1590 met ...
    ... Reinike Ardts van Slichtenhorst, gestorven na maart 1610 [Aantekening 9ax1]
    ... dochter van Arendt Hermansz van Slichtenhorst ca 1565 en Grietgen van Wenckum 1570-/1617

10 . Arendt Hermansz van Slichtenhorst, geboren circa 1565, Slichtenhorst, gestorven. [Bron 10]

... -(X2) : gehuwd op 26 april 1618, Nijkerk, met ...
... Goudje Henricks [Bron 10x2]
... dochter van Henrick Heymans Beeckman en ? ?
...

... gehuwd, Nijkerk, met ...

11 . Grietgen van Wenckum, geboren in 1570, gestorven voor 1617. [Bron 11]

... hieruit :

  1. Reinike Ardts van Slichtenhorst, gestorven na maart 1610 [Aantekening 11a]
    ... gehuwd circa 1590 met ...
    ... Gort Aelts van Twiller, geboren voor 1561, Nijkerk, gestorven voor maart 1601 [Aantekening 11ax1]
    ... zoon van Aelt Seghers van Twiller ca 1530-ca 1561 en Truide Goosens van Westenappel
  2. Herman Arentse van Slichtenhorst, geboren in 1587, Nijkerk, gestorven [Bron 11b]
    ... gehuwd op 4 januari 1614, Nijkerk, met ...
    ... Lambertje Peelen, geboren in 1589, Amersfoort, gestorven [Bron 11bx1]
    ... dochter van Peel Jans en ? ?
  3. Brant Aerts van Slichtenhorst, geboren circa 1587, Nijkerk op het Westphalingsgoed, later op de Slichtenhorst, gedoopt op 5 december 1616, Nijkerk, gestorven op 26 september 1666, Nijkerk, Gelderland, Netherlands (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 79 jaar oud), Jurist,geschiedschrijver STICHTER VAN ALBANY in nieuw Nederland [Aantekening 11c]
    ... gehuwd op 19 december 1613, Nijkerk, met ...
    ... Aeltje van Wenckum, geboren in 1595, Nijkerk, gestorven voor 1644, Nijkerk [Bron 11cx1]
    ... dochter van Gijsebert Morren van Wenckum 1563-1613 en Elisabeth van Dompseler 1566-1614

Generatie 5

16 . Segher Ghijsberts van Twiller, geboren circa 1500, Nijkerk, gestorven. [Aantekening 16]

... gehuwd met ...

17 . Goude Maessen. [Aantekening 17]

... hieruit :

  1. Aelt Seghers van Twiller, geboren circa 1530, Nijkerk, gestorven circa mei 1561, Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet" ( Long Oedeem), begraven (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 31 jaar oud) [Aantekening 17a]
    ... gehuwd met ...
    ... Truide Goosens van Westenappel
    ... dochter van Gosen van Westenappel †1555 en ? ?

18 . Gosen van Westenappel, gestorven in 1555, Abstman van Paderborn. [Aantekening 18]

... gehuwd met ...

19 . ? ?. [Bron 19]

... hieruit :

  1. Truide Goosens van Westenappel
    ... gehuwd met ...
    ... Aelt Seghers van Twiller, geboren circa 1530, Nijkerk, gestorven circa mei 1561, Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet" ( Long Oedeem), begraven (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 31 jaar oud) [Aantekening 19ax1]
    ... zoon van Segher Ghijsberts van Twiller ca 1500 en Goude Maessen

20 . Herman van Slichtenhorst.

... gehuwd met ...

21 . ? ?.

... hieruit :

  1. Arendt Hermansz van Slichtenhorst, geboren circa 1565, Slichtenhorst, gestorven [Bron 21a]
    ... gehuwd, Nijkerk, met ...
    ... Grietgen van Wenckum, geboren in 1570, gestorven voor 1617 [Bron 21ax1]
    ... gehuwd op 26 april 1618, Nijkerk, met ...
    ... Goudje Henricks [Bron 21ax2]
    ... dochter van Henrick Heymans Beeckman en ? ?

Generatie 6

32 . Ghijsbert van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1470, gestorven, Leenman in 1520. [Aantekening 32]

... gehuwd met ...

33 . N N.

... hieruit :

  1. Wolter Ghijsberts van (I) Twiller, geboren circa 1490, gestorven [Aantekening 33a]
    ... gehuwd met ...
    ... N N
  2. Segher Ghijsberts van Twiller, geboren circa 1500, Nijkerk, gestorven [Aantekening 33b]
    ... gehuwd met ...
    ... Goude Maessen [Aantekening 33bx1]

40 . Elbert van Slichtenhorst. [Bron 40]

... gehuwd met ...

41 . ? ?.

... hieruit :

  1. Herman van Slichtenhorst
    ... gehuwd met ...
    ... ? ?

Generatie 7

64 . Jacob van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1440, gestorven ((op document genoemd 1429-85)). [Aantekening 64]

... gehuwd met ...

65 . N N.

... hieruit :

  1. Jacob van Twiller, geboren in 1465, gestorven na 1530, leenman in 1521 [Aantekening 65a]
    ... gehuwd met ...
    ... N N
  2. Ghijsbert van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1470, gestorven, Leenman in 1520 [Aantekening 65b]
    ... gehuwd met ...
    ... N N

Generatie 8

128 . Jacob van Twiller, geboren circa 1392, gestorven, leenman in 1439. [Aantekening 128]

... gehuwd met ...

129 . N N.

... hieruit :

  1. Jacob van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1440, gestorven ((op document genoemd 1429-85)) [Aantekening 129a]
    ... gehuwd met ...
    ... N N

Generatie 9

256 . Gijsbert van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1370, gestorven, leenman in 1429. [Aantekening 256]

... gehuwd met ...

257 . N N.

... hieruit :

  1. Jacob van Twiller, geboren circa 1392, gestorven, leenman in 1439 [Aantekening 257a]
    ... gehuwd met ...
    ... N N

Generatie 10

512 . Ghiselbert Jacobszoon van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1345, gestorven na 1385, Hof van het gerecht Scherpenzeel, Tijnshouder. [Aantekening 512]

... gehuwd met ...

513 . N N.

... hieruit :

  1. Gijsbert van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1370, gestorven, leenman in 1429 [Aantekening 513a]
    ... gehuwd met ...
    ... N N

Generatie 11

1.024 . Jacob van *** Stamvader Twiller en Twillert *** Twiller, geboren waarschijnlijk in 1310, gestorven. [Aantekening 1024]

... gehuwd met ...

1.025 . N N.

... hieruit :

  1. Ghiselbert Jacobszoon van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1345, gestorven na 1385, Hof van het gerecht Scherpenzeel, Tijnshouder [Aantekening 1025a]
    ... gehuwd met ...
    ... N N


Aantekeningen

1 :

puttmann 3036 en wvt

In de name des Heeren Amen. ~ Hermanus Schut, schout en.Lambert Mefinsz Nagel en Dirk Peters Heecq tercl. dat op huüden den l9e April 1666 sfinde Donderdach des naernoens omtrent drie uüren voor ons gecompareerd en verschenen zfin Aelt Eendricks Roll + Aeltjen Jans v. Twiller, wonende te Spakenburg, zwak. van.lichaam, sieckelük te bedde liggende. ZH maken hun testament en verklaren,alsoo hun huwelüks voorwaarden inhoudende was dese clausule: voorts zullen zü, toecomende echtelufiden elkander ten allen tüde mogen betuchtigen en hegiftigen en zal zo bundig zñn of het in dese geschied ware elkander wederkerig fie maken het vruchgebruik(tot wederhuwens toe ) van al hun goederen, zo in Gel- derland als in dese Gestichte gelegen. En daar zü comparanten.enige goederen in Gelderland liggende hebben waarover zü begeerden dat dezelve lUftocht(gelfik vorens gezegd) plaats zou grüpen en effect sorteren, zo hebben sülieden gebeden (= verzocht), also sfi selfs geen segel gebruiken, Richard Schaep als een geërfde in Veluwen om dese van harentwegen te segelen, alsmede Volcken Saeb en Jacob.Rficksz Blockhufis, mede geërfden in Veluwen om dese als ge- tuigen te willen segelen; 't welck wükàfiden›'t haren bede wille,geerne hebben gedaen.

2 :

bron odeeby:

Maritgen Roeloffs, ged. Nijkerk 27-10-1608, wnd. b/h kruidemakershuis op Putterdijk 1639, overl. v28-02-167. - 28-2-1671: Mette Roloffsen cormedalis in sanguine. 28 Februarij soluta cormeda Mette Roloffsen mediante et accordante Praetore Aelt Pannekoke met 15-15 stb. Mette genuit filium Gerrit Gerritsen uxoratum to Bunschotten qui obyt. Mette praedicta habuit sororem nomine Ryckelandt uxorem Jan Goertsen Twiller to Nykerck haec obyt. Cormeda restat. reliquit Ryckelantgen filiam anno 1670 innuptam. Item Aeltgen et filium Zeger. Item Mette habuit duos fratres, Gerrit Roloffsen qui obyt et Goert Roloffsen molitorem to Nykerck. Mette Roloffsen mater fuit Aeltgen Goertsen, haec Aeltgen habuit sororem dictam Mette Goerdtsen uxorem Wouter Goerdtsen, haec Mette Goerdsen reliquit duos filios Goerd et Claes qui obiere et cormedae eorum solutae. Item reliquit filiam dictam Mette Woutersen nuptam aen Wolter Jansen Kluppel, cui genuit 6 proles, Wolter, habitat op Hollick op den Kroijwagen, Jan in Hollandia uxoratus. Mette, Wouterchen, Bye, et Jacob een leertouwer to Nykerck. vide Corm. novo fol. 56, vide Colum. 15, vide Collect. fol. 18 ([STAMA 441] (1671).

3 :
Bronnen :
- persoon : odeeby
4 :

Document. toegang 0124 inv 998 blad 364ve.

Missive van Harderwijk aan het Hof. Daar zij Claes van Oldebarnevelt beloofd hebben hem alle weigerachtige betalers goed recht te laten wedervaren, verzoeken zij Aelt Godschalx als borg van Gryette van Dasseler en de vrouw van Goert van Twyller voor het gericht hunner staat Claes van Oldbarnevelt te laten te recht staan.

VVG keurmedigen register. Ryckelant Roelofs, ged. Nijkerk 22-10-1598, overl. v28-2-1671, tr. Jan Goerdsen Twiller, wnd. Nijkerk, zn. van Goert Aerts/Aelts van Twiller en Reineke Aerts, keurmedig, op ´t Slichtenhorst.

Bronnen :
- overlijden : Ver Veluwse geslachten 1999-3
- persoon : W.vanTwillert Wzn
5 :

vermeld in Herengoederen 30-3-1601 oprukking na transport door schoonmoeder Truijde
Zij kocht in 1605 het halve herengoed Ter Beeck op Slichtenhorst (vvg1999/163)

Bronnen :
- persoon : WvanTwillert Wzn _ Herengoederen deel 2
5b :
Bronnen :
- persoon : VVG 1999 blz 163
5bx1 :
Bronnen :
- overlijden : VVG 1999/163
- persoon : WvT
- relatie-huwelijk- : GA toeg 176 inv 1135 pag 145 nr 7
5ex1 :
Bronnen :
- persoon : odeeby
5gx1 :
Bronnen :
- relatie-huwelijk- : GA, toeg 0176 RetroactaBS Inv 1135 Pag 128 nr 16
7c :
Bronnen :
- persoon : odeeby
7cx1 :

bron odeeby:

Maritgen Roeloffs, ged. Nijkerk 27-10-1608, wnd. b/h kruidemakershuis op Putterdijk 1639, overl. v28-02-167. - 28-2-1671: Mette Roloffsen cormedalis in sanguine. 28 Februarij soluta cormeda Mette Roloffsen mediante et accordante Praetore Aelt Pannekoke met 15-15 stb. Mette genuit filium Gerrit Gerritsen uxoratum to Bunschotten qui obyt. Mette praedicta habuit sororem nomine Ryckelandt uxorem Jan Goertsen Twiller to Nykerck haec obyt. Cormeda restat. reliquit Ryckelantgen filiam anno 1670 innuptam. Item Aeltgen et filium Zeger. Item Mette habuit duos fratres, Gerrit Roloffsen qui obyt et Goert Roloffsen molitorem to Nykerck. Mette Roloffsen mater fuit Aeltgen Goertsen, haec Aeltgen habuit sororem dictam Mette Goerdtsen uxorem Wouter Goerdtsen, haec Mette Goerdsen reliquit duos filios Goerd et Claes qui obiere et cormedae eorum solutae. Item reliquit filiam dictam Mette Woutersen nuptam aen Wolter Jansen Kluppel, cui genuit 6 proles, Wolter, habitat op Hollick op den Kroijwagen, Jan in Hollandia uxoratus. Mette, Wouterchen, Bye, et Jacob een leertouwer to Nykerck. vide Corm. novo fol. 56, vide Colum. 15, vide Collect. fol. 18 ([STAMA 441] (1671).

8 :

volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht

<brP

1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegess en diens vrouw betr. het goed Twyler
Datering: 1557 februari 9
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer: 986Vindplaats: Gelders Archief

Zie De Herengoederen op de Veluwe, deel 2 (uitgave VG, 1992) nrs 206 en 212 ook vermeld in VG 1999 blz 164

Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet"

Hij kocht op 4 augustus 1550 het herengoed Twiller (Twijler of Twilre) op het buurtschap Slichtenhorst onder Nijkerk.
4-8-1550 Consent van transport door Jan Giesbers en Clara zijn echtgenote van hun aandeel in Twiller aan Aelt Zegers en Truide voor 700 Karolus guldens met consent vaan Aelt Zegers en Truide om Twijler te bezwaren ten behoeve van Jan Giesbers en Clara
Aelt en Truide ware "dat alste bloet"

20-5-1552 Aprobatie van een accoord tussen Aelt Zeghers en Truide (die Twilre gekocht hadden van jan Ghisberts en Clara) en Jacob Abelen œ Griete over de inlossing van 4 morgen land onder Twiller behorende voor 400 Carolus gld en approbatie van bezwaring gedurende zes jaar van deze 4 morgen door Aelt Zeghers ten behoeve van Jacob Abelen met een rente van 9 Philips gld van wege de 100 Philips gld en 100 Carolus gld die zij nog schuldig waren aan Jacob Abelen.

28-1-1562 Approbatie voor de betering van het niet tijdig aflossen van de bezwaring van 4 morgen onder Twiller met een jaarrente van 9 Philips gld ten behoeve van Andreas Aelts, momber van de onmondige kinderen van zaliger Aelt Zeghers, die in mei 1561 is overleden 'van de watersucht als met verstaet'

15-5-1575 Truijde Twillers, weduwe van Aelt Zegers, consetn om een kamp Twillers Camp genaamd, groot 4 morgen, pandschapsgewijze te mogen laten bezitten door jan Jacobs

30-3-1601 Reijntgen, weduwe van Goert Aertss van Twiller, oprukking na transport door haar schoonmoeder Truijde Twillers.

28-3-1610 Reijntgen, weduwe van Gerrit Aerts van Twiller, oprukking.

oprukking bekomen
is het uitstel verkrijgen van de verplichting als bezitter van een horig goed horig te worden.
Dit uitstel werd voor de tijd van zes jaar verleend tegen betaling van enige guldens (VG 1982 nr1 blz4-5)

GA. Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe

Regest 1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegerss en diens vrouw betr. het goed Twyler Datering: 1557 februari 9 Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen Inventarisnummer:986 Inzien


na de lijst van Adre Jansen. Hij stuurde volgende tekst

de lijst bevindt zich in Gelders Archief 0001 Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen, inv.nr. 130.2 (wat ik meen ik ook Dion had doorgegeven). Het is een ingebonden verzameling van lijsten van horige personen en horige goederen waarvan een deel kopieën lijken, van elkaar dan wel van een andere niet- of elders bewaarde lijst. Grosso modo zijn de lijsten per ambt en in een logische volgorde opgebouwd. Twiller komt in het archiefstuk verscheidene malen voor. Het stukje dat u heeft ontvangen was het meest uitgebreide. Qua datering is het nog niet zo makkelijk. Er is wel een gedateerde lijst uit januari 1493. Mijn indruk is dat de lijst waarvan de foto is genomen wat ouder is. Of hij (c.q. het origineel) ook uit 1455 stamt zoals een extractenlijst van de kelnarij van Putten zegt, vraag ik me af. Die lijst uit het kelnarijarchief (Paul op den Brouw heeft een transcriptie gepubliceerd op zijn site odeeby) heeft uit de algemene lijst alleen die inschrijvingen gekopieerd ie relevant zijn voor de kelnarij, nl. de abtsgoederen en personen. Het noteren van die lijsten was belangrijk voor de hertogelijke inkomsten: horige lieden betaalden een hoofdtijns en verder kreeg hun heer een deel van hun erfenis. Van de horige goederen werden ook bedragen betaald bij overlijden etc. Daarnaast ontving de hertog herenguldens, niet alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was. (Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde. Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. In 1555 is hij overleden (blz. 75 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht.


De transcriptie van de passage over Twiller luidt: [in marge: Twyler]
Item Maes Jansen wonende opt guet to Twyler
eygen man eyhgen guet myns gen. lieven heren
ende heeft 1 kemerlinc tot enen wive. Dit
guet en is anders nyt gesplit dan dar is een
man int Sticht ind heefter hoifslaigen aff. Hoe
desen man vurs. heit en weet ic nijet.

Omgezet naar modern Nederlands:
"Item Maas Jansen wonende op het goed Twiller
eigen man van mijn genadige lieve heer [=hertog van Gelre]
en heeft een kamerling als vrouw. Dit
goed is verder niet gesplitst behalve dat er
een man in Sticht is die er hoefslagen van heeft.
[Hiermee worden landerijen ten noorden van de Slichtenhorsterweg bedoeld].

Bronnen :
- overlijden : VVG 1999 nr 3 blz 163
- persoon : http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm#tweededoc
9a :

Document. toegang 0124 inv 998 blad 364ve.

Missive van Harderwijk aan het Hof. Daar zij Claes van Oldebarnevelt beloofd hebben hem alle weigerachtige betalers goed recht te laten wedervaren, verzoeken zij Aelt Godschalx als borg van Gryette van Dasseler en de vrouw van Goert van Twyller voor het gericht hunner staat Claes van Oldbarnevelt te laten te recht staan.

VVG keurmedigen register. Ryckelant Roelofs, ged. Nijkerk 22-10-1598, overl. v28-2-1671, tr. Jan Goerdsen Twiller, wnd. Nijkerk, zn. van Goert Aerts/Aelts van Twiller en Reineke Aerts, keurmedig, op ´t Slichtenhorst.

Bronnen :
- overlijden : Ver Veluwse geslachten 1999-3
- persoon : W.vanTwillert Wzn
9ax1 :

vermeld in Herengoederen 30-3-1601 oprukking na transport door schoonmoeder Truijde
Zij kocht in 1605 het halve herengoed Ter Beeck op Slichtenhorst (vvg1999/163)

Bronnen :
- persoon : WvanTwillert Wzn _ Herengoederen deel 2
10 :
Bronnen :
- gezin 1 : book_slichtenhorst
- gezin 2 : Beernink p 29
- relatie-huwelijk- 1 : LDS
10x2 :
Bronnen :
- gezin : Beernink p 29
11 :
Bronnen :
- gezin : book_slichtenhorst
- relatie-huwelijk- : LDS
11a :

vermeld in Herengoederen 30-3-1601 oprukking na transport door schoonmoeder Truijde
Zij kocht in 1605 het halve herengoed Ter Beeck op Slichtenhorst (vvg1999/163)

Bronnen :
- persoon : WvanTwillert Wzn _ Herengoederen deel 2
11ax1 :

Document. toegang 0124 inv 998 blad 364ve.

Missive van Harderwijk aan het Hof. Daar zij Claes van Oldebarnevelt beloofd hebben hem alle weigerachtige betalers goed recht te laten wedervaren, verzoeken zij Aelt Godschalx als borg van Gryette van Dasseler en de vrouw van Goert van Twyller voor het gericht hunner staat Claes van Oldbarnevelt te laten te recht staan.

VVG keurmedigen register. Ryckelant Roelofs, ged. Nijkerk 22-10-1598, overl. v28-2-1671, tr. Jan Goerdsen Twiller, wnd. Nijkerk, zn. van Goert Aerts/Aelts van Twiller en Reineke Aerts, keurmedig, op ´t Slichtenhorst.

Bronnen :
- overlijden : Ver Veluwse geslachten 1999-3
- persoon : W.vanTwillert Wzn
11b :
Bronnen :
- persoon : Beernink blz 1
- relatie-huwelijk- : Beernink blz1 / DTB boek
11bx1 :
Bronnen :
- relatie-huwelijk- : Beernink blz1 / DTB boek
11c :

Director van Rensselaerswyck van 1648 tot 1652

After the death of the patroon between 1643 and 1646, Brant Aertsz van Slichtenhorst was appointed Director of the Colony on November 10, 1647. He arrived in the colony on 22 March 1648. (page 14) His contract provided that he was to hold the office of Hoof-officier, as such he was to preside over the court, to act as public prosecutor and to perform the combined duties of a modern sheriff and chief of police. As Director, he was the chief administrative officer of the colony and as such was to collect the patroon’s revenues derived from farms. Mills, licenses to trade, etc. . In addition to his salary, he was to receive on third of the fines and proceeds from confiscated property. As a third source of income, he was to have the toepachten, or fees paid in addition to the annual rent and tithes of the farms.

The court as organized by Van Slichtenhorst consisted at first of four and afterwards of five persons, of whom two were designated a Gecommitteerden, or commissioners, and two, or afterwards three, are in the record indiscriminately referred to as raden, raetspersonen, gerechtspersonen, or rechtsvrienden. The duties of the commissioners were primarily of an administrative nature, while those of the raden seem to have been chiefly judicial. The Gecommitteerden represented the patroon and acted under definite instructions. The raden, on the other hand, were appointed by the director, but represented the colonists, it being at that time held sufficient if persons who were to represent others were chosen from among them, so as to represent their class. The only requirement was that they should not be in the patroon’s service. (Page 17) The proceedings of the court presided over by Van Slichtenhorst cover the period from April 2, 1648, to April 15, 1652. They form the most important source for the history of the colony during that period. The outstanding event of the that period was the controversy between Van Slichtenhorst and General Peter Stuyvesant reading the jurisdiction of the territory around Fort Orange, which forms one of the dramatic events of the history of New Netherland. This controversy had it origin in the claim made by the patroon, as early as 1632, that “all lands lying on the west side of the river, from Beyren Island to Moeneminnes Castle” ...” even including the place where Fort Orange stands,” had been bought and paid for by him. The Dutch West India Company, on the other hand, maintained that the territory of the fort, which was erected several years before the land of the colony was purchases from the Indians, belonged to the Company and consequently (Page 18) was not included in the patroon’s purchase. The question ... came to be an issue when Van Slichtenhorst, soon after his arrival in the colony, began to issue permits for the erection of houses in the immediate vicinity of the fort. Stuyvesant objected on the ground that they endanger the security of the fort and ordered the destruction of all building within range of a cannon shot. ...Van Slichtenhorst, protested vigorously and proceeded with the erection of the buildings. In 1651 Van Slichtenhorst was summoned to appear before the director General and council at Manhattan and was there detained for four months. [The controversy was settled on April 10, 1652, when the director General and Council erected a separate Court for Fort Orange, independent of that of the Colony. By virtue of this, the hamlet of Beverwyck was taken out of the jurisdiction of the patroon and became an independent village which afterwards became the city of Albany.] Van Slichtenhorst vigorously protested against the erection of the court at Fort Orange and Beaverwyck and with his own hands tore down the proclamation which had been posted on the house of the patroon. For this he was arrested on April 18, 1652, and taken to Manhattan, where he was detained until August 1653. With his arrest, Van Slichtenhorst’s administration came to a close. On July 24, 1652, he was succeeded as director by Jan Baptist Van Rensselaer and as officer of justice by Gerard Swart, so that thereafter the two functions were no longer combine in one person. [Swart continued as Schout until 1665, when by order of Governor Richard Nicholls the Court of the Colony was consolidated with that of Fort Orange.

VVG Genealogie Fragmenten

Brant Aertsz van Slichtenhorst, luitenant-schout 1635, otr. Nijkerk/Putten 19-12-1613 Aeltgen Gijsberts van Wenckom, dr. van Gijsbert Gerrits van Wenckum, v. Nijkerk 1589, en Bate van Domseler, eigenaar van 1/4 van Emeler, gen. de Olde Hofstede, krankzinnig op latere leeftijd.

- 14-6-1622: Brant Aertsz. van Slichtenhorst, wnd. tot Nykerck, is erfgenaam van Bartraet van Dompselaer, in leven weduwe en boedelhawster van Henrick van Meholt (ook: Mehelt?). In die kwaliteit machtigt hij Evert van Wede, procureur voor de Hove van Utrecht, om mede namens hem te komen tot een akkoord tussen enerzijds de curateur en crediteuren van genoemde boedel en anderzijds Peter Schade voor Mr. Henrick d´Wilt, Raedt in de voornoemde Hove. Getuigen: Gerrit Willems. (timmerman) en Frederick Jans van der Ham (tekent als: Frederick Janss.) (Amersfoort Volmacht: 14-06-1622 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 251 V).

- 8-7-1623: Thonis Henricksz en Marritgen Dircx zijn vrouw verkopen aan Brant Aertsz van Slichtenhorst en Aeltgen van Wenckum zijn vrouw huis, hof en hofstede en de Muurhuizen, waaraan belend Heer Peter Man en Brant Aertsz van Slichtenhorst voor 6 gulden, 6 stuivers per jaar aan de Lieve Vrouwe Kapel; 1 gulden, 9 stuivers aan St. Jans Broederschap; 14 stuivers aan St. Petersgasthuis. Hoofdsom 400 gulden aan Coenraat Fransen (Transporten 436-16).

- 1624: Engelbertus Schevenhuijs beleent Brandt Aertsen en Altjen van Wenckum met Strijp ter Beek et welcke sie angekoft van Henric Beekman (Henrick Beekman Henrick draagt goed over aan genoemde echtelieden) (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).

- 1630: Beekmansgoet alias die Strijpe besit Brandt Aerts hij ende sijn huijsfrou onhorich te letten opt misbruijck (in ander handschrift; betaalt Brandt Artzen 5ds. voor opruckinge (onder geschreven in ander handschrift: Carel Gerritzen 4. morgen gnt. Den Duist (AKP (Wartena) 37e).

- 11-6-1632: Brant Aertzn. van Slichtenhorst, Brant Aertzn., wnd. te Nijekerck, man van Alidt van Wenckum. Huwelijkse voorwaarden: 09-12-1613. Zij vermaken elkaar de lijftocht van al hun bezittingen die zij in deze stad staende en uitstaende hebben, tot wederhuwelijk van de langstlevende en langer niet. Zij secluderen de weeskamer van Amersfoort. Getuigen: Cornelis van Ingen, Frederick Janzn, van den Ham en Andries Corneliszn. (Testament: 11-06-1632 J. van Ingen AT 002a003 folio 257 V – 258).

- 1633: Aelt Brandtsen hadde lade peinden ant gereide op Strijp ter Beke om te hebben de jure van approbatie over pandschap vor den Kelner de welcke peinding verklaart worden van geenen werde. “In de saecke van Willem van Huijsteen als volm. van sijne beste moeder Aelt Brands doen peinden aan het gerede van Beekmansgoet. Op 2-3-1607 onderpand drie morgen door Henrick Henrichs Beekman met vrouw Weyme Aelts aen voorseyde Aelt en sijne huijsvrouw Wychmoet (van Coot?) ende van Brant Aerts van voorn. Henrick geacquireert..” (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).

- 26-9-1635: Lidmaat NG Gemeente te Amersfoort; in de Muerhuysen in den ouden Lombert bij ´t Gevangenhuys; met attestatie van Harderwijk en zijn huijsvrouw Aeltgen van Wenckom; vertrokken.

- 7-7-1641: Brant Aertsz van Slichtenhorst, Luitenant Schout, verkoopt voor hemzelf en als vader voor zijn onmondige kinderen bij zijn overleden vrouw Juffrouwe alid van Wenckum; Aernt van Slichtenhorst, zoon van Brant aan Johan Francken, Majoor dezer stad, en Catharina du Molin zijn vrouw en hun erven een huis en erf in de Muurhuizen van de straat tot achter aan de Singelgracht, waaraan belend erfgenamen van de heer Renkman en verder nog Brant Aertsz van Slichtenhorst (Transporten 436-19)

- 1643: Brant Aertsen bezitter Beekmansgoed ofte Strijp ter Beek. Verscheidene leenacten te weten:.Rutgerus Fleetman gevet opruckinge aen Brant Aertsen;.Rutgerus Fleetman approbiert het transport van Strijp ter Beek geschiet van Brandt Aertsen op Wolf van Hennekeler den Jonge en Arnolda van Coot, echtelieden (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).

- 1657: Stripterbeek gevrijd (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980).

- 1648: Brant Aertsz van Slichtenhorst from Nykerck province of Gelder land According to O Callaghan History of New Netherland 8 69 van Slichtenhorst was appointed director of the colony Nov 10 1646 and sailed with his family and servants for Virginia Sept 26 1647 The records of the colony show that he arrived March 22 1648 and held the office of director till July 24 1652 when he was succeeded by Jan Baptist van Rensselacr Between June 20 1651 and July 24 1652 van Slichtenhorst was most of the time at the Manhatans and JB van Rensselaer acd d in his stead for the first two months apparently in conjunction with Capt Slijter April 4 1650 de Hooges complained to the council that Director van Slichtenhorst had thus far rendered no accounts The director replied that hy wet wat souwde ontfangen dan dot het Antonij de Hooges hecft opqesnapt hat he would have received something if Antonij de Hooges had not gobbled it up Van Slichtenhorst was still in the colony in July 1655 and lived in Holland in 1660 (Rensselaer Bowier Manuscripts Being the Letters of Kiliaen Van Rensselaer, 1630-1643, and Other Documents Relating to the Colony of Rensselaerswyck By New York State Library, Kiliaen van Rensselaer, Arnold Johan Ferdinand Van Laer, Nicolaas de Roever, Susan De Lancey Van Rennselaer Strong, page 838).

Bronnen :
- relatie-huwelijk- : GA toeg 176 inv 1135 pag 132 # 26
11cx1 :
Bronnen :
- overlijden : Beernink p 119
- relatie-huwelijk- : GA toeg 176 inv 1135 pag 132 # 26
16 :

Wolter Gijsbert en Segher Gijsberts zijn volgens WvT en HvT broers. Dot blijkt uit onderoek naar meerdere bronnen.
Segher woonde op de hoeve genaamd Twiller, Twijlre of Twilre of ook Cleyn Twiller waaruit ook blijkt dat er verwantschap is met het geslacht van Wolter Gijsbert dat afkomstig is van t'Willaer uit Scherpenzeel.
Wolter was beleend met groot Twillaer in Scherpenzeel en later Watergoor in Nijkerk.

(Peter van de Born)
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485) Fol.4 Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer It Thomas blome

Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer It maes henrics van IIII mergen veens

In der Columpnen van putten inder prochien van nyekerck van dat hietet grawenveen daer aff den Thyns van elliken mergen IIII d

fol. 22 Aelt Seger gysberts soin alleer It Aelt van morsseler van III mergen

Grawenveen Fol 29vso Griet Arnt brantss wyff ende pueris alleer It Aernt henrich westvelincs van lande gecoft tegen gertruyd rensen alleer bessel henrics wyff van aller IIII alde gr ende van erve alleer maes andries blomens VIII gr tsamen VIII mergen gelegen op slichtenhorsterbroick maict tsamen XVI s So blyft op Arnt VIII s

It Seger gysberts sal betalen van den voirss summe van IIII mergen VIII s

Fol 205vso Item goude zeger gysbertss wyff mit oeren kynderen alleer Thomas blomen XXII s

Fol 206 Item henrick Reynerss alleer goude zeger gysbertss huysfrou wedue alleer maes henricks van IIII mergen veens XVI d

fol 241 Item Aelt zeger gysberts alleer peter van hoirssenvoirde van VIII mergen veens II s VIII d alleer hermans van staveren

Tynsboek 103 (1502-1555) Fol 15 Aelt Zeger Ghysberts,(Arys Aelts),alleer Thomas Blome 22 st.(Aris Aelts). (Henrick v Henneckeler sall betailen van Gijsbert Henricxs somme die hyr vanc doirgedain ys. 1 alt gr). (Peel Rant sal oich betailen van Gysbert Henrixs somme vurs. die vanc doirgedain ys. 1 alt gr.).

fol 24

Henrick Reyners,(Arrys Aelts),alleer Goude,Zeger Ghysberts wedue,alleer Maes Henricks van 4 mrg veens 16 den. (Reyner Goertss).

Fol 122 Aelt Zeger Ghijsberts,(nb.Andries Aelts),van 4 mrg gelegen op Slichtenhorsterbroick, alleer Arnt Henrick Westvelincks 8 st. (Hz.Andries Aeltzs).

Fol 159 Aelt Zeger Gijsbertz,(Arys Ailts),alleer Peter v Horssenvoirde van 8 mrg veens alleer Hermans v Staveren 2 st. 8 den. (Arys Ailtss).

documenten Twiller en historie...
Tijnsgoed_Twiller.htm

Bronnen :
- geboorte : WvT
17 :

Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485) Fol.4 Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer It Thomas blome

Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer It maes henrics van IIII mergen veens

Bronnen :
- geboorte : wvt
17a :

volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht

<brP

1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegess en diens vrouw betr. het goed Twyler
Datering: 1557 februari 9
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer: 986Vindplaats: Gelders Archief

Zie De Herengoederen op de Veluwe, deel 2 (uitgave VG, 1992) nrs 206 en 212 ook vermeld in VG 1999 blz 164

Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet"

Hij kocht op 4 augustus 1550 het herengoed Twiller (Twijler of Twilre) op het buurtschap Slichtenhorst onder Nijkerk.
4-8-1550 Consent van transport door Jan Giesbers en Clara zijn echtgenote van hun aandeel in Twiller aan Aelt Zegers en Truide voor 700 Karolus guldens met consent vaan Aelt Zegers en Truide om Twijler te bezwaren ten behoeve van Jan Giesbers en Clara
Aelt en Truide ware "dat alste bloet"

20-5-1552 Aprobatie van een accoord tussen Aelt Zeghers en Truide (die Twilre gekocht hadden van jan Ghisberts en Clara) en Jacob Abelen œ Griete over de inlossing van 4 morgen land onder Twiller behorende voor 400 Carolus gld en approbatie van bezwaring gedurende zes jaar van deze 4 morgen door Aelt Zeghers ten behoeve van Jacob Abelen met een rente van 9 Philips gld van wege de 100 Philips gld en 100 Carolus gld die zij nog schuldig waren aan Jacob Abelen.

28-1-1562 Approbatie voor de betering van het niet tijdig aflossen van de bezwaring van 4 morgen onder Twiller met een jaarrente van 9 Philips gld ten behoeve van Andreas Aelts, momber van de onmondige kinderen van zaliger Aelt Zeghers, die in mei 1561 is overleden 'van de watersucht als met verstaet'

15-5-1575 Truijde Twillers, weduwe van Aelt Zegers, consetn om een kamp Twillers Camp genaamd, groot 4 morgen, pandschapsgewijze te mogen laten bezitten door jan Jacobs

30-3-1601 Reijntgen, weduwe van Goert Aertss van Twiller, oprukking na transport door haar schoonmoeder Truijde Twillers.

28-3-1610 Reijntgen, weduwe van Gerrit Aerts van Twiller, oprukking.

oprukking bekomen
is het uitstel verkrijgen van de verplichting als bezitter van een horig goed horig te worden.
Dit uitstel werd voor de tijd van zes jaar verleend tegen betaling van enige guldens (VG 1982 nr1 blz4-5)

GA. Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe

Regest 1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegerss en diens vrouw betr. het goed Twyler Datering: 1557 februari 9 Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen Inventarisnummer:986 Inzien


na de lijst van Adre Jansen. Hij stuurde volgende tekst

de lijst bevindt zich in Gelders Archief 0001 Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen, inv.nr. 130.2 (wat ik meen ik ook Dion had doorgegeven). Het is een ingebonden verzameling van lijsten van horige personen en horige goederen waarvan een deel kopieën lijken, van elkaar dan wel van een andere niet- of elders bewaarde lijst. Grosso modo zijn de lijsten per ambt en in een logische volgorde opgebouwd. Twiller komt in het archiefstuk verscheidene malen voor. Het stukje dat u heeft ontvangen was het meest uitgebreide. Qua datering is het nog niet zo makkelijk. Er is wel een gedateerde lijst uit januari 1493. Mijn indruk is dat de lijst waarvan de foto is genomen wat ouder is. Of hij (c.q. het origineel) ook uit 1455 stamt zoals een extractenlijst van de kelnarij van Putten zegt, vraag ik me af. Die lijst uit het kelnarijarchief (Paul op den Brouw heeft een transcriptie gepubliceerd op zijn site odeeby) heeft uit de algemene lijst alleen die inschrijvingen gekopieerd ie relevant zijn voor de kelnarij, nl. de abtsgoederen en personen. Het noteren van die lijsten was belangrijk voor de hertogelijke inkomsten: horige lieden betaalden een hoofdtijns en verder kreeg hun heer een deel van hun erfenis. Van de horige goederen werden ook bedragen betaald bij overlijden etc. Daarnaast ontving de hertog herenguldens, niet alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was. (Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde. Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. In 1555 is hij overleden (blz. 75 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht.


De transcriptie van de passage over Twiller luidt: [in marge: Twyler]
Item Maes Jansen wonende opt guet to Twyler
eygen man eyhgen guet myns gen. lieven heren
ende heeft 1 kemerlinc tot enen wive. Dit
guet en is anders nyt gesplit dan dar is een
man int Sticht ind heefter hoifslaigen aff. Hoe
desen man vurs. heit en weet ic nijet.

Omgezet naar modern Nederlands:
"Item Maas Jansen wonende op het goed Twiller
eigen man van mijn genadige lieve heer [=hertog van Gelre]
en heeft een kamerling als vrouw. Dit
goed is verder niet gesplitst behalve dat er
een man in Sticht is die er hoefslagen van heeft.
[Hiermee worden landerijen ten noorden van de Slichtenhorsterweg bedoeld].

Bronnen :
- overlijden : VVG 1999 nr 3 blz 163
- persoon : http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm#tweededoc
18 :

Hofhorig Abstman van het Benedictijner klooster Abdinkhot te Paderborn.
In beheer bij de Kelnarij van Putten

alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was. (Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde. Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et
Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat."
Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht

Bronnen :
- gezin : Andre Jansen
19 :
Bronnen :
- gezin : Andre Jansen
19ax1 :

volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht

<brP

1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegess en diens vrouw betr. het goed Twyler
Datering: 1557 februari 9
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer: 986Vindplaats: Gelders Archief

Zie De Herengoederen op de Veluwe, deel 2 (uitgave VG, 1992) nrs 206 en 212 ook vermeld in VG 1999 blz 164

Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet"

Hij kocht op 4 augustus 1550 het herengoed Twiller (Twijler of Twilre) op het buurtschap Slichtenhorst onder Nijkerk.
4-8-1550 Consent van transport door Jan Giesbers en Clara zijn echtgenote van hun aandeel in Twiller aan Aelt Zegers en Truide voor 700 Karolus guldens met consent vaan Aelt Zegers en Truide om Twijler te bezwaren ten behoeve van Jan Giesbers en Clara
Aelt en Truide ware "dat alste bloet"

20-5-1552 Aprobatie van een accoord tussen Aelt Zeghers en Truide (die Twilre gekocht hadden van jan Ghisberts en Clara) en Jacob Abelen œ Griete over de inlossing van 4 morgen land onder Twiller behorende voor 400 Carolus gld en approbatie van bezwaring gedurende zes jaar van deze 4 morgen door Aelt Zeghers ten behoeve van Jacob Abelen met een rente van 9 Philips gld van wege de 100 Philips gld en 100 Carolus gld die zij nog schuldig waren aan Jacob Abelen.

28-1-1562 Approbatie voor de betering van het niet tijdig aflossen van de bezwaring van 4 morgen onder Twiller met een jaarrente van 9 Philips gld ten behoeve van Andreas Aelts, momber van de onmondige kinderen van zaliger Aelt Zeghers, die in mei 1561 is overleden 'van de watersucht als met verstaet'

15-5-1575 Truijde Twillers, weduwe van Aelt Zegers, consetn om een kamp Twillers Camp genaamd, groot 4 morgen, pandschapsgewijze te mogen laten bezitten door jan Jacobs

30-3-1601 Reijntgen, weduwe van Goert Aertss van Twiller, oprukking na transport door haar schoonmoeder Truijde Twillers.

28-3-1610 Reijntgen, weduwe van Gerrit Aerts van Twiller, oprukking.

oprukking bekomen
is het uitstel verkrijgen van de verplichting als bezitter van een horig goed horig te worden.
Dit uitstel werd voor de tijd van zes jaar verleend tegen betaling van enige guldens (VG 1982 nr1 blz4-5)

GA. Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe

Regest 1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegerss en diens vrouw betr. het goed Twyler Datering: 1557 februari 9 Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen Inventarisnummer:986 Inzien


na de lijst van Adre Jansen. Hij stuurde volgende tekst

de lijst bevindt zich in Gelders Archief 0001 Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen, inv.nr. 130.2 (wat ik meen ik ook Dion had doorgegeven). Het is een ingebonden verzameling van lijsten van horige personen en horige goederen waarvan een deel kopieën lijken, van elkaar dan wel van een andere niet- of elders bewaarde lijst. Grosso modo zijn de lijsten per ambt en in een logische volgorde opgebouwd. Twiller komt in het archiefstuk verscheidene malen voor. Het stukje dat u heeft ontvangen was het meest uitgebreide. Qua datering is het nog niet zo makkelijk. Er is wel een gedateerde lijst uit januari 1493. Mijn indruk is dat de lijst waarvan de foto is genomen wat ouder is. Of hij (c.q. het origineel) ook uit 1455 stamt zoals een extractenlijst van de kelnarij van Putten zegt, vraag ik me af. Die lijst uit het kelnarijarchief (Paul op den Brouw heeft een transcriptie gepubliceerd op zijn site odeeby) heeft uit de algemene lijst alleen die inschrijvingen gekopieerd ie relevant zijn voor de kelnarij, nl. de abtsgoederen en personen. Het noteren van die lijsten was belangrijk voor de hertogelijke inkomsten: horige lieden betaalden een hoofdtijns en verder kreeg hun heer een deel van hun erfenis. Van de horige goederen werden ook bedragen betaald bij overlijden etc. Daarnaast ontving de hertog herenguldens, niet alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was. (Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde. Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. In 1555 is hij overleden (blz. 75 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht.


De transcriptie van de passage over Twiller luidt: [in marge: Twyler]
Item Maes Jansen wonende opt guet to Twyler
eygen man eyhgen guet myns gen. lieven heren
ende heeft 1 kemerlinc tot enen wive. Dit
guet en is anders nyt gesplit dan dar is een
man int Sticht ind heefter hoifslaigen aff. Hoe
desen man vurs. heit en weet ic nijet.

Omgezet naar modern Nederlands:
"Item Maas Jansen wonende op het goed Twiller
eigen man van mijn genadige lieve heer [=hertog van Gelre]
en heeft een kamerling als vrouw. Dit
goed is verder niet gesplitst behalve dat er
een man in Sticht is die er hoefslagen van heeft.
[Hiermee worden landerijen ten noorden van de Slichtenhorsterweg bedoeld].

Bronnen :
- overlijden : VVG 1999 nr 3 blz 163
- persoon : http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm#tweededoc
21a :
Bronnen :
- gezin 1 : book_slichtenhorst
- gezin 2 : Beernink p 29
- relatie-huwelijk- 1 : LDS
21ax1 :
Bronnen :
- gezin : book_slichtenhorst
- relatie-huwelijk- : LDS
21ax2 :
Bronnen :
- gezin : Beernink p 29
32 :

Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1520.

Bronnen :
- persoon : WvT
33a :

DNL 1940 P.V. Inv. 14, deel 1607-09, proces no. 25
een dochter van Gijsbert Wolters en Elisabeth (Scholten van Vanevelt;
zie C.P.H. 1608 I I ) .
Haar broeder Wolter Gijsberts tr. Alijdt van Wenckum Bycketsdr.
(C.P.H. 1627 V, Henrick van Nulde contra Goetschalck Claessen; zie hierboven aant. 94),
uit welk huwelijk drie zonen, Gijsbert, Amelis, en Rvkct, die den naam Van Twiller aannamen,

Bronnen :
- geboorte : WvT
- persoon : DNL 1949 kol 123
33b :

Wolter Gijsbert en Segher Gijsberts zijn volgens WvT en HvT broers. Dot blijkt uit onderoek naar meerdere bronnen.
Segher woonde op de hoeve genaamd Twiller, Twijlre of Twilre of ook Cleyn Twiller waaruit ook blijkt dat er verwantschap is met het geslacht van Wolter Gijsbert dat afkomstig is van t'Willaer uit Scherpenzeel.
Wolter was beleend met groot Twillaer in Scherpenzeel en later Watergoor in Nijkerk.

(Peter van de Born)
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485) Fol.4 Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer It Thomas blome

Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer It maes henrics van IIII mergen veens

In der Columpnen van putten inder prochien van nyekerck van dat hietet grawenveen daer aff den Thyns van elliken mergen IIII d

fol. 22 Aelt Seger gysberts soin alleer It Aelt van morsseler van III mergen

Grawenveen Fol 29vso Griet Arnt brantss wyff ende pueris alleer It Aernt henrich westvelincs van lande gecoft tegen gertruyd rensen alleer bessel henrics wyff van aller IIII alde gr ende van erve alleer maes andries blomens VIII gr tsamen VIII mergen gelegen op slichtenhorsterbroick maict tsamen XVI s So blyft op Arnt VIII s

It Seger gysberts sal betalen van den voirss summe van IIII mergen VIII s

Fol 205vso Item goude zeger gysbertss wyff mit oeren kynderen alleer Thomas blomen XXII s

Fol 206 Item henrick Reynerss alleer goude zeger gysbertss huysfrou wedue alleer maes henricks van IIII mergen veens XVI d

fol 241 Item Aelt zeger gysberts alleer peter van hoirssenvoirde van VIII mergen veens II s VIII d alleer hermans van staveren

Tynsboek 103 (1502-1555) Fol 15 Aelt Zeger Ghysberts,(Arys Aelts),alleer Thomas Blome 22 st.(Aris Aelts). (Henrick v Henneckeler sall betailen van Gijsbert Henricxs somme die hyr vanc doirgedain ys. 1 alt gr). (Peel Rant sal oich betailen van Gysbert Henrixs somme vurs. die vanc doirgedain ys. 1 alt gr.).

fol 24

Henrick Reyners,(Arrys Aelts),alleer Goude,Zeger Ghysberts wedue,alleer Maes Henricks van 4 mrg veens 16 den. (Reyner Goertss).

Fol 122 Aelt Zeger Ghijsberts,(nb.Andries Aelts),van 4 mrg gelegen op Slichtenhorsterbroick, alleer Arnt Henrick Westvelincks 8 st. (Hz.Andries Aeltzs).

Fol 159 Aelt Zeger Gijsbertz,(Arys Ailts),alleer Peter v Horssenvoirde van 8 mrg veens alleer Hermans v Staveren 2 st. 8 den. (Arys Ailtss).

documenten Twiller en historie...
Tijnsgoed_Twiller.htm

Bronnen :
- geboorte : WvT
33bx1 :

Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485) Fol.4 Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer It Thomas blome

Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer It maes henrics van IIII mergen veens

Bronnen :
- geboorte : wvt
40 :
Bronnen :
- persoon : rootsweb
64 :

Scherpenzeels Leenboek Een rente van ƒ 5.- Karolus op het erf Groot Willaer. ..-.-14..: Jacob van ‘t Willaer, als getuige vermeld 1485, 107 fol. 19v.

Jacob had een Hofstede in Arnhem

2090 Burgerweeshuis te Arnhem Inventaris 9. Regesten Bookmark Delen Reageren Archiefdienst 40 Winant Ridder en Gelis ingen Nuwelant, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Johan van Wetten en zijn vrouw Aleit aan Derick van Wetten, Johans vader, een jaarrente van 2 oude schilden hebben overgedragen, te betalen met Pasen, uit hun thans door henzelf bewoonde huis en hofstede, gelegen in de Overstrate tussen huis en hofstede van Jacob van Twiller en huis en hofstede van Metken Scheeres Datering:

1439 februari 6 [des vridaegs na Sente-Agathendach, der heiliger joncfrouwen] NB:

a) Oorspr., inv.nr. 392; met de enigszins geschonden zegels der oorkonders in groene was. b) Afschrift, inv.nr. 501, folio 89 verso. c) Afschrift, inv.nr. 502, folio 108. In dorso van het oorspr.: "Jan van Raetyngen, in der Overstraete van tween schilden", "Modo Hermen van Schevichaven", "1439, N 67, Oeverstraat" en, in potlood "LB" en "N 61". Boven afschrift b) staat dat het hier het huis van Jan van Ratynghen betreft. Boven afschrift c) onder meer: "No. 67" en "... uuijt der weeduwe van zaliger Jan van Schevichaven huijs in der Oeverstraet staende, modo Arndt van Schevichaven, brouwer". Vindplaats: Gelders Archief

Bronnen :
- persoon : Gelders Archief, Burgerweeshuis Arnhem
65a :

Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1521. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979

Scherpenzeels Leenboek

5-8-1530: Bertout Willemsz. voor Grietje, zijn vrouw, natuurlijke dochter, bij overdracht door Jacob van ‘t Willaer, haar vader, te lossen, 141 fol. 51.

65b :

Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1520.

Bronnen :
- persoon : WvT
128 :

Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1439. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979

In het Nedersticht zijn drie judicialen van de bisschop van Utrecht bewaard gebleven:

op blz 99 : jaar 1435 Item Jacob van Twijlre is Fijen Moeijen soen ende is gecomen van Aernhem tot desen tuyghe ende vermet hem erffgenaam van desen guede nae sijn dode.

op blz 96: jaar 1442. Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren, dat hem kundich is dat Fije voerscreven geboeren waert in den jair doe men screeff negen des iersten jairs na den couden wijnter voerscreven omthrent alle Goits heyligen dage ende dat hem dyt te gehoegen is dat coemt toe want hem op die selve tijt een zuster geboeren waert dair he hoer ouder van weet. Ende Jacob voerscreven seecht dat Fije sijne ooms dochter is.

129a :

Scherpenzeels Leenboek Een rente van ƒ 5.- Karolus op het erf Groot Willaer. ..-.-14..: Jacob van ‘t Willaer, als getuige vermeld 1485, 107 fol. 19v.

Jacob had een Hofstede in Arnhem

2090 Burgerweeshuis te Arnhem Inventaris 9. Regesten Bookmark Delen Reageren Archiefdienst 40 Winant Ridder en Gelis ingen Nuwelant, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Johan van Wetten en zijn vrouw Aleit aan Derick van Wetten, Johans vader, een jaarrente van 2 oude schilden hebben overgedragen, te betalen met Pasen, uit hun thans door henzelf bewoonde huis en hofstede, gelegen in de Overstrate tussen huis en hofstede van Jacob van Twiller en huis en hofstede van Metken Scheeres Datering:

1439 februari 6 [des vridaegs na Sente-Agathendach, der heiliger joncfrouwen] NB:

a) Oorspr., inv.nr. 392; met de enigszins geschonden zegels der oorkonders in groene was. b) Afschrift, inv.nr. 501, folio 89 verso. c) Afschrift, inv.nr. 502, folio 108. In dorso van het oorspr.: "Jan van Raetyngen, in der Overstraete van tween schilden", "Modo Hermen van Schevichaven", "1439, N 67, Oeverstraat" en, in potlood "LB" en "N 61". Boven afschrift b) staat dat het hier het huis van Jan van Ratynghen betreft. Boven afschrift c) onder meer: "No. 67" en "... uuijt der weeduwe van zaliger Jan van Schevichaven huijs in der Oeverstraet staende, modo Arndt van Schevichaven, brouwer". Vindplaats: Gelders Archief

Bronnen :
- persoon : Gelders Archief, Burgerweeshuis Arnhem
256 :

Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1429. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979

Leeftijd aangenomen nav analogie van zoon Jacob gedocumenteerd als Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren in het jaar 1442

257a :

Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1439. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979

In het Nedersticht zijn drie judicialen van de bisschop van Utrecht bewaard gebleven:

op blz 99 : jaar 1435 Item Jacob van Twijlre is Fijen Moeijen soen ende is gecomen van Aernhem tot desen tuyghe ende vermet hem erffgenaam van desen guede nae sijn dode.

op blz 96: jaar 1442. Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren, dat hem kundich is dat Fije voerscreven geboeren waert in den jair doe men screeff negen des iersten jairs na den couden wijnter voerscreven omthrent alle Goits heyligen dage ende dat hem dyt te gehoegen is dat coemt toe want hem op die selve tijt een zuster geboeren waert dair he hoer ouder van weet. Ende Jacob voerscreven seecht dat Fije sijne ooms dochter is.

512 :

Het Willaer in Scherpenzeel
De naam t’ Willaer wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1357.
Domarchief Utrecht nr 1378; 17-06-1357 (St Adolfsdag).
Daarin ruilt de dom- proost van Utrecht een tijns met ridder Diederick van Lienden uit het goed Podelpoel in IJzerdoorn. Het wordt geruild tegen een aantal tijnsen in Maarn en Scherpenzeel. Éen van die tijnzen in Scherpenzeel betreft een tijns van twee schellingen uit het goed ‘t Willaer, dat eigendom is van ridder Gijsbrecht van Sterckenberch die zelf op kasteel de Sterkenburg in Driebergen woonde.

De hof (= Rechter) Ghisbert leende het zegel van Johan van Scherpenzeel
zie hier de transcriptie van het oude document : "https://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm#eerstedoc" (klik hier)

http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm

Inventaris 288

Transcriptie (Peter van den Born) Alle den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen doe ic verstaen Ghiselbert van Twyller Jacobs zoon als een hof van den erve toe Wittenborch dat ghecomen syn Gode van Wyttenborch ende Lubborch syn echte wyff vor nu vor den richter ende vor tynsgenoten die hier na bescreven staen ende hebben nu opghedraghen den rechten eyghendom van den erve to Wyttenberch eghen ende eyndenA alst gheleghen is ende syt van nu helden to tynse jarlix om enen groten te tynse op sinte Mertensdach daer men bier ende broet mede copen mach welke vorss[eide] Wyttenberch ic hier verliet hebbeB ende verlie den rechten eyghendom Rutger Jacobs zoen ende Matgriten syne wive behouden? nu ende mine nacomelinghe enen tynd als vorss[eid] is daer die gheseide minen vier tynsghenoten als Johan van Scerpenzel Claes van Colvenscoten Evert van Arler Zweder van Glashorst ende ander vele gude lude in ord de des briefs besegelen want ic Ghisebert vorss[eid] als een hof op desen tyt ghene segel en hebbe daerom hebbe ic gebeden Johan van Scerpenzel als een tynghenote desen brief over nu te besegelen ende ic Johan vorss[eid] om beden will Ghiselbert vorghenoemt ende ic daer mede over sat als een tynsghenoet daerom soe hebbe ic desen brief besegelt mit minen segel want ic Meus van den Broke hier mede over sat als een richter daerom heb ic desen brief mede besegelt mit minen segel mit den hof ghegheven int jaer onses Heren dusent driehondert twe ende tseventich op sinte Katherienen dach.

BEWERKT UIT "SCHERPENZEELSE BOERDERIJEN EN HUN BEWONERS" door Henk van Woudenberg.

Hofstede Wittenberg van 1372-1933. De boerderij Wittenberg ligt al eeuwenlang te noordweste van Scherpenzeel. Van deze boerderij bestaat een heel oude akte uit 1372. Een bijzondere akte die een kijkje geeft in de situatie vaneen groot deel van Scherpenzeel in die tijd. Wat is er aan de hand? Wittenberg is verkocht en deze verkoop moet worden geregistreerd. Dat doet men in die tijd voor "een hof van den erve toe Wittenborch", het zogenaamde tijnshof met aan het hoofd de tijnsheer, de eigenaar van het gerecht waartoe Wittenberg behoort. Die tijnsheer heet Gijsbert Jacobsz van Twiller. Gezien zijn achternaam is hij eigenaar van ´t Willaer. Bij zo´n registratie zijn er ook getuigen aanwezig. Deze zogenaamde tijnsgenoten hebben ook bezittingen in hetzelfde gerecht. Het zijn in dit geval Elias van Colvenscoten, Ernst van Orlo (Orel), Sweder van Glashorst en Johan van Scherpenzeel. Als we aannemen dat deze mannen zich ook naar hun bezit hebben genoemd; Kolfschoten, Orel en Glashorst, dan blijkt dat de tijnshof Twiller in ieder geval ongeveer een derde deel van het huidige Scherpenzeel omvatte. Johan van Scherpenzeel speelt een aparte rol. Gijsbert Jacobsz van Twiller heeft op dat moment zijn zegel niet bij de hand. Daarom vraagt hij Johan van Scherpenzeel om namens hem te zegelen. De bezittingen van Johan van Scherpenzeel binnen dit gerecht zijn niet bekend. Geschiedschrijvers vermoedden al dat er vroeger kleinere gerechten geweest moeten zijn, die op een gegeven moment samengevoegd worden. Zo is Scherpenzeel waarschijnlijk ook ontstaan en één van de gerechten heette Twiller. De naam Wittenberg staan in de akte als Wyttenborch. Dus borch in plaats van berg. Het woord borch komt terug in het woord burcht dat erop zou kunnen duiden dat er een versterkt huis heeft gestaan.

Tot zover de achtergrond van de akte. Want wie verkochten en wie kochten Wittenberg? Hun namen staan ook in de akte. Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lubborch verkopen het aan Rutger Jacobsz en zijn vrouw Margriet. Achternamen hebben de vrouwen in die tijd nog niet. De nieuwe eigenaren moeten jaarlijks op St. Maarten (11 nov.) een bedrag, een tijns, aan de tijnsheer betalen. In dit geval "enen groten"" daer men bier ende broet mee copen mach. "Enen groten" is een geldstuk met de naam "een grote konings toernooi". Blijkbaar mag men in plaats van geld ook betalen met bier en brood. In deze akte wordt ook de eerst bekende schout van Scherpenzeel genoemd: richter Meus van den Broke. In 1416 komt ´Wittenberch´ voor in een lijst van de erven die tiend moeten betalen aan de St. Paulusabdij uit Utrecht. In 1467 moet de nalatenschap van Otto, heer van Scherpenzeel verdeeld worden 3 . Zijn oudste zoon Godert/Gerrit erft de heerlijkheid Scherpenzeel en nu moet de rest gedeeld worden met zijn drie broers Dirck, Goosen en Carcelis van Scherpenzeel. Dirck van Scherpenzeel krijgt Wittenberg toebedeeld met honderd Averlandse Keurvorsten Rijnsgulden. Dit geld wordt omgezet in een hypotheek die niet binnen zes jaar mag worden afgelost. Godert/Gerrit moet zijn broer elk jaar 5 Rijnsgulden rente betalen. Broer Goosen krijgt twee jaar lang de opbrengst van het hout uit de Scherpenzeelse bossen. Broer Carcelis krijgt het geld dat zijn vader tegoed had van de Hertog van Gelre. In 1476 blijkt Godert/Gerrit van Scherpenzeel eigenaar te zijn in plaats van zijn broer Dirck.

Bronnen :
- geboorte : gelders archief HuisHackfort
513a :

Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1429. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979

Leeftijd aangenomen nav analogie van zoon Jacob gedocumenteerd als Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren in het jaar 1442

1024 :

Ghisebert wordt genoemd in Gelders Archief 0520 Huis Hackfort als zijnde Jacobszoon.

Inv 11 Ghiselbert van Twiller Jacobszoon, als "hof" van het goed te Wittenborch, oorkondt, dat Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lobborch mede ten overstaan van richter en tynsgenoten, het goed te Wittenborch overdragen aan Rutgher Jacobsz. en diens vrouw Margryte.

Bronnen :
- persoon : https://www.archieven.nl/nl/zoeken?miadt=37&mizig=210&miview=inv2&milang=nl&micols=1&mires=0&micode=0520&mizk_alle=twiller
1025a :

Het Willaer in Scherpenzeel
De naam t’ Willaer wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1357.
Domarchief Utrecht nr 1378; 17-06-1357 (St Adolfsdag).
Daarin ruilt de dom- proost van Utrecht een tijns met ridder Diederick van Lienden uit het goed Podelpoel in IJzerdoorn. Het wordt geruild tegen een aantal tijnsen in Maarn en Scherpenzeel. Éen van die tijnzen in Scherpenzeel betreft een tijns van twee schellingen uit het goed ‘t Willaer, dat eigendom is van ridder Gijsbrecht van Sterckenberch die zelf op kasteel de Sterkenburg in Driebergen woonde.

De hof (= Rechter) Ghisbert leende het zegel van Johan van Scherpenzeel
zie hier de transcriptie van het oude document : "https://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm#eerstedoc" (klik hier)

http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm

Inventaris 288

Transcriptie (Peter van den Born) Alle den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen doe ic verstaen Ghiselbert van Twyller Jacobs zoon als een hof van den erve toe Wittenborch dat ghecomen syn Gode van Wyttenborch ende Lubborch syn echte wyff vor nu vor den richter ende vor tynsgenoten die hier na bescreven staen ende hebben nu opghedraghen den rechten eyghendom van den erve to Wyttenberch eghen ende eyndenA alst gheleghen is ende syt van nu helden to tynse jarlix om enen groten te tynse op sinte Mertensdach daer men bier ende broet mede copen mach welke vorss[eide] Wyttenberch ic hier verliet hebbeB ende verlie den rechten eyghendom Rutger Jacobs zoen ende Matgriten syne wive behouden? nu ende mine nacomelinghe enen tynd als vorss[eid] is daer die gheseide minen vier tynsghenoten als Johan van Scerpenzel Claes van Colvenscoten Evert van Arler Zweder van Glashorst ende ander vele gude lude in ord de des briefs besegelen want ic Ghisebert vorss[eid] als een hof op desen tyt ghene segel en hebbe daerom hebbe ic gebeden Johan van Scerpenzel als een tynghenote desen brief over nu te besegelen ende ic Johan vorss[eid] om beden will Ghiselbert vorghenoemt ende ic daer mede over sat als een tynsghenoet daerom soe hebbe ic desen brief besegelt mit minen segel want ic Meus van den Broke hier mede over sat als een richter daerom heb ic desen brief mede besegelt mit minen segel mit den hof ghegheven int jaer onses Heren dusent driehondert twe ende tseventich op sinte Katherienen dach.

BEWERKT UIT "SCHERPENZEELSE BOERDERIJEN EN HUN BEWONERS" door Henk van Woudenberg.

Hofstede Wittenberg van 1372-1933. De boerderij Wittenberg ligt al eeuwenlang te noordweste van Scherpenzeel. Van deze boerderij bestaat een heel oude akte uit 1372. Een bijzondere akte die een kijkje geeft in de situatie vaneen groot deel van Scherpenzeel in die tijd. Wat is er aan de hand? Wittenberg is verkocht en deze verkoop moet worden geregistreerd. Dat doet men in die tijd voor "een hof van den erve toe Wittenborch", het zogenaamde tijnshof met aan het hoofd de tijnsheer, de eigenaar van het gerecht waartoe Wittenberg behoort. Die tijnsheer heet Gijsbert Jacobsz van Twiller. Gezien zijn achternaam is hij eigenaar van ´t Willaer. Bij zo´n registratie zijn er ook getuigen aanwezig. Deze zogenaamde tijnsgenoten hebben ook bezittingen in hetzelfde gerecht. Het zijn in dit geval Elias van Colvenscoten, Ernst van Orlo (Orel), Sweder van Glashorst en Johan van Scherpenzeel. Als we aannemen dat deze mannen zich ook naar hun bezit hebben genoemd; Kolfschoten, Orel en Glashorst, dan blijkt dat de tijnshof Twiller in ieder geval ongeveer een derde deel van het huidige Scherpenzeel omvatte. Johan van Scherpenzeel speelt een aparte rol. Gijsbert Jacobsz van Twiller heeft op dat moment zijn zegel niet bij de hand. Daarom vraagt hij Johan van Scherpenzeel om namens hem te zegelen. De bezittingen van Johan van Scherpenzeel binnen dit gerecht zijn niet bekend. Geschiedschrijvers vermoedden al dat er vroeger kleinere gerechten geweest moeten zijn, die op een gegeven moment samengevoegd worden. Zo is Scherpenzeel waarschijnlijk ook ontstaan en één van de gerechten heette Twiller. De naam Wittenberg staan in de akte als Wyttenborch. Dus borch in plaats van berg. Het woord borch komt terug in het woord burcht dat erop zou kunnen duiden dat er een versterkt huis heeft gestaan.

Tot zover de achtergrond van de akte. Want wie verkochten en wie kochten Wittenberg? Hun namen staan ook in de akte. Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lubborch verkopen het aan Rutger Jacobsz en zijn vrouw Margriet. Achternamen hebben de vrouwen in die tijd nog niet. De nieuwe eigenaren moeten jaarlijks op St. Maarten (11 nov.) een bedrag, een tijns, aan de tijnsheer betalen. In dit geval "enen groten"" daer men bier ende broet mee copen mach. "Enen groten" is een geldstuk met de naam "een grote konings toernooi". Blijkbaar mag men in plaats van geld ook betalen met bier en brood. In deze akte wordt ook de eerst bekende schout van Scherpenzeel genoemd: richter Meus van den Broke. In 1416 komt ´Wittenberch´ voor in een lijst van de erven die tiend moeten betalen aan de St. Paulusabdij uit Utrecht. In 1467 moet de nalatenschap van Otto, heer van Scherpenzeel verdeeld worden 3 . Zijn oudste zoon Godert/Gerrit erft de heerlijkheid Scherpenzeel en nu moet de rest gedeeld worden met zijn drie broers Dirck, Goosen en Carcelis van Scherpenzeel. Dirck van Scherpenzeel krijgt Wittenberg toebedeeld met honderd Averlandse Keurvorsten Rijnsgulden. Dit geld wordt omgezet in een hypotheek die niet binnen zes jaar mag worden afgelost. Godert/Gerrit moet zijn broer elk jaar 5 Rijnsgulden rente betalen. Broer Goosen krijgt twee jaar lang de opbrengst van het hout uit de Scherpenzeelse bossen. Broer Carcelis krijgt het geld dat zijn vader tegoed had van de Hertog van Gelre. In 1476 blijkt Godert/Gerrit van Scherpenzeel eigenaar te zijn in plaats van zijn broer Dirck.

Bronnen :
- geboorte : gelders archief HuisHackfort
...

[Page displayed by GeneWeb 5.00-exp] Copyright © 1998-2006 INRIA - DOC -